Angst voor krimp luchtvaart is ongegrond
18 juli 2019
Angst voor krimp luchtvaart is ongegrond
Begin juli besloot het kabinet dat Schiphol voorwaardelijk mag groeien van 500.000 naar maximaal 540.000 vluchten. De minister en de luchtvaartsector gebruiken economische argumenten om de groei te verantwoorden. Zo zou Schiphol een belangrijke banenmotor zijn en zouden bedrijven zich hier niet vestigen zonder groei. Ook zou groei een voorwaarde zijn om verbonden te blijven met de rest van de wereld. Natuur & Milieu vroeg CE Delft om vijf beweringen over het economisch belang van de luchtvaart tegen het licht te houden. De onderzoekers concluderen in het rapport ‘Moet de luchtvaart groeien om onze welvaart te behouden? Een kritische analyse van veelgehoorde argumenten’ dat geen van de vijf beweringen wetenschappelijk onderbouwd kan worden. Sterker nog: ze zijn ongegrond.
Marjolein Demmers, directeur Natuur & Milieu: ‘Een enorme grote overlast veroorzakende luchthaven, die veel te veel CO2-uitstoot, past niet in ons kleine landje. Alle sectoren beseffen inmiddels dat het anders moet, alleen de luchtvaartsector en de minister blijven roepen hoe belangrijk groei van Schiphol en de Nederlandse luchtvaartsector is voor Nederland. Die mythe prikken we door met dit rapport. De hinder en het klimaatprobleem zijn te groot en te serieus, om met oneigenlijke economische argumenten groei toe te staan.’
Aan de hand van wetenschappelijke literatuur en empirische data heeft CE Delft de meest gebruikte economische argumenten ontleed en getoetst. Uit het onderzoek wordt duidelijk dat de beweringen over het belang van luchtvaart voor de Nederlandse economie met een flinke korrel zout genomen moeten worden. Zo is er geen wetenschappelijk bewijs dat meer luchtvaart leidt tot meer vestigingen van internationale bedrijven. De gevreesde ineenstorting van het netwerk van Schiphol bij een groei-stop blijkt eveneens ongegrond.
Het onderzoek keek ook naar de toegevoegde waarde van de luchtvaart aan het BBP en banen in Nederland. Zowel toegevoegde waarde als het aantal banen worden stelselmatig overdreven door dubbeltellingen. Een vliegbelasting blijkt uit economisch oogpunt juist goed voor de Nederlandse welvaart. Deze belasting heeft een positief effect op het klimaat en de leefomgeving en geen negatief lange-termijn effect op de werkgelegenheid.
Een lichte krimp van de luchtvaart hoeft geen nadelige gevolgen te hebben voor onze economie. Als een deel van de (overstappende) passagiers kiest voor een buitenlandse luchthaven is dit bovendien niet nadelig voor het klimaat. Er wordt wereldwijd met dezelfde vliegtuigen met dezelfde brandstof gevlogen. Er zijn geen minder duurzame luchtvaartlanden. Voor Nederland biedt krimp juist voordelen, zoals minder blootstelling aan gezondheidsrisico’s voor omwonenden en reductie van lokale milieu effecten.
Marjolein Demmers: ‘Ook de kamerbrief over de voorwaardelijke groei van Schiphol naar 540.000 vluchten staat bol van de boterzachte argumenten. Het is tijd om afscheid te nemen van dit oude groei-denken en beslissingen over de Nederlandse luchtvaart te nemen op basis van de feiten. Die wijzen uit dat Nederland meer profiteert van krimp dan van groei’.
Cijfers over de Nederlandse luchtvaart
Het rapport bevat ook relevante cijfers over de omvang en de groei van de Nederlandse luchthavens en over de aantallen en soorten passagiers. Hier een aantal van deze cijfers:
• Het aantal passagiers op Nederlandse luchthavens is de afgelopen twintig jaar gestegen van 32 miljoen in 1997 tot 76 miljoen in 2017. Bestemmingen in de EU kenden de grootste toename.
• Van de reizigers op Schiphol bestaat een derde uit zakelijke reizigers. Bij de overige reizigers gaat het voornamelijk om vakantie en/of familiebezoek.
• Schiphol is een echte overstap luchthaven, ruim 30 procent van de reizigers zijn transferpassagiers. Van de KLM passagiers is 63 procent overstapper.
• Hoogopgeleide Nederlanders vliegen bijna vijf keer zo vaak als laagopgeleiden. Acht procent van de Nederlandse bevolking maakt 40 procent van de vluchten (KiM, 2018).
Lees hier het volledige rapport.
Bron Natuur & Milieu